Wat is de betekenis van vermaak?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

vermaak

(1912) (euf.) mannelijk of vrouwelijk geslachtsdeel. • Nou moest hij toch stiekempjes lachen om dien sluwen, maar bangelijken Nakende Kris, nacht-zwerver als hij, die het heele wetboek uit zijn neutje óptaterde, maar zich liever een trap tegen zijn vermaak liet geven, dan, half overvaren, zich zóó op sleeptouw te laten nem...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vermaak

vermaak - Zelfstandignaamwoord 1. amusement, vermakelijke handeling vermaak - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vermaken ♢ Ik vermaak 2. gebiedende wijs van vermaken vermaak! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud...

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vermaak

vermaak - zelfstandig naamwoord uitspraak: ver-maak 1. wat je bezighoudt en amuseert ♢ deze kinderen zijn voor ons een bron van vermaak Zelfstandig naamwoord: ver-maak het vermaak de ver...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

vermaak

mannelijk geslachtsdeel: Die eene is waarachtig niet ouwer dan dertien of veertien jaar, hij moest ’r reis frisch voor z’n vermaak hebben, V. MAURIK13 115.