Wat is de betekenis van Verlosser?

Verlosser - Zelfstandignaamwoord 1. Jezus Christus Woordherkomst Naamwoord van handeling van verlossen met het achtervoegsel -er

Verlosser, redder, bevrijder, aanduiding van God en (in hedendaagse opvatting vooral) van Jezus; (fig.) helper, redder van goddelijke allure. Jezus wordt in het Nieuwe Testament (NBG- en andere vertalingen) gewoonlijk Heiland (zie aldaar) genoemd, maar een enkele maal ook de Verlosser. Vgl. Filippensen 3:20, 'Want wij zijn burgers van een rijk in d...

verlosser - zelfstandig naamwoord uitspraak: ver-los-ser 1. iemand die anderen (weer) vrij maakt ♢ na uren gevangen te hebben gezeten, verscheen zijn verlosser 1. de Verlosser der wereld [Jezus Chr...

redder, bevrijder, Heiland.

De Zaligmaker heeft aan de menschen de Verlossing gebracht, d.w.z. aan God voor de zonde een voldoening gegeven van oneindige waarde. Hij heeft de → erfzonde en de persoonlijke zonden van het menschdom op zich genomen, en door Zijn menschwording en leven, maar bijzonder door Zijn lijden aan God een losprijs gegeven van zoo hooge waarde, dat de...

1. Verlosser: Jesus Christus. 2. verlosser: redder, bevryden verlowing, verbinding deur troubelofte.

s., forlosser.

m. (-s), die verlost, redder, bevrijder: o Here, mijn Rotssteen en mijn Verlosser! (Ps. 19 : 15); Dionysus is de gever van de wijn, verlosser van alle zorg en droefheid ; — de Verlosser (der locreld), Jezus Christus, die ons bevrijdt uit de macht van zonde en dood.

m. verlossers (bevrijder, redder, inz. Messias): de Verlosser, Jezus Christus.