Wat is de betekenis van verloenenaar?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

verloenenaar

(1946) (Barg.) bedrieger, verrader. Kijk ook onder loenenaar*. • Rot op, vuile mensengraaiers, er is hier niks te melogemen. Lelijke, vuile verloenenaars! (H. van Aalst: Onder martieners en bietsers. 1946) • (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)

2024-04-20
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

verloenenaar

(Bargoens) bedrieger, verrader. Kijk ook onder loenenaar. Rot op, vuile mensengraaiers, er is hier niks te melogemen. Lelijke, vuile verloenenaars! (H. van Aalst, Onder martieners en bietsers, 1946)

Gerelateerde zoekopdrachten