Wat is de betekenis van verlengsnoer?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

verlengsnoer

(1991) (sch.) lang en mager persoon. Syn.: aangeklede* kapstok (lantaarnpaal, spijker). • Zo zou ook de huidige Ajax-spits John van Loen het afgelopen seizoen in België meer geleden hebben onder de aanduidingen inzake zijn bovengemiddelde lengte -asperge, lantaarnpaal, verlengsnoer, struisvogel- dan hij wilde toegeven. (HP/ De Tijd, 23/08...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verlengsnoer

verlengsnoer - Zelfstandignaamwoord 1. (elektrotechniek) elektrisch snoer voorzien van stekker en contrastekker(s) (of contactdoos|contactdozen) Woordherkomst samenstelling van verleng(werkwoord) en snoer Verwante begrippen kabelhaspel

2024-04-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

verlengsnoer

lang en mager persoon. Syn.: aangeklede kapstok (lantaarnpaal, spijker). Zo zou ook de huidige Ajax-spits John van Loen het afgelopen seizoen in België meer geleden hebben onder de aanduidingen inzake zijn bovengemiddelde lengte asperge, lantaarnpaal, verlengsnoer, struisvogel dan hij wilde toegeven. (HP/De Tijd, 23/08/1991)

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Verlengsnoer

o. (-en), verlengstuk van een elektrisch snoer.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)