Wat is de betekenis van VERLEENEN?

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VERLEENEN

VERLEENEN - (verleende, heeft verleend), toegeven, schenken, toestaan: gunsten, de vrijheid, gratie verleenen; onderstand, hulp verleenen; verlof verleenen; — zich toegang verleenen door het raam, door een raam inklimmen. VERLEENING, v. het verleenen.

2024-04-20
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Verleenen

zie Geven.