Wat is de betekenis van verkorting?

2023-05-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verkorting

verkorting - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) een afkorting van een woord of woordgroep die ontstaat door weglating van een of meer (delen van) lettergrepen en die als verkorting wordt uitgesproken Het woord "prof." is een verkorting van het volledige woord "professor". 2. het verkorten...

Lees verder

Direct toegang tot alle 13 resultaten over verkorting?

Word nu vriend van Ensie
2023-05-29
Begrippen Over taal

Taaladvies (2017)

Verkorting

Een verkorting is de verkorte vorm van een woord of woordgroep die ontstaat door weglating van een of meer lettergrepen. Voorbeeld: prof (professor/professioneel), horeca (hotel, restaurant, café).

2023-05-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verkorting

verkorting - zelfstandig naamwoord uitspraak: ver-kor-ting 1. het korter maken of worden ♢ na de verkorting stond de jurk prachtig 2. dat waarmee iets verkort is of wordt ♢ roken betekent een ve...

Lees verder
2023-05-29
Begrippenlijst Ziender Ogen Kunst

F. Remmers, H. Engbersen (2006)

Verkorting

Het kleiner (=korter) zien of tekenen van de werkelijke lengte. Bijvoorbeeld een arm die de beschouwer recht aanwijst. Verkorting vergroot de ruimtesuggestie.

2023-05-29
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

verkorting

Verkorting is het kleiner (= korter) zien of tekenen van de werkelijke lengte, bijv. een arm die de beschouwer recht aanwijst; verkorting vergroot de ruimtesuggestie.

2023-05-29
Termenlijst taaluniversum

NN (2000)

Verkorting

Een verkorting is de verkorte vorm van een woord of woordgroep die ontstaat door weglating van een of meer lettergrepen. Voorbeeld: prof (professor-professioneel), horeca (hotel, restaurant, café).

2023-05-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verkorting

s., forkoarting.

2023-05-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verkorting

v. (-en), 1. het verkorten ; 2. dat waarmee iets verkort wordt; 3. kort begrip, overzicht; 4. (taalk.) verkort woord ; 5. dwarskade tussen verskade en dijk.

Lees verder
2023-05-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verkorting

v. verkortingen (inkorting): bij verkorting.

2023-05-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verkorting

v. (-en) 1. Eig. het verkorten. 2. Metn. verkort iets: „auto” is een van automobiel.

Lees verder
2023-05-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Verkorting

v. (-en), 1. het verkorten; 2. inkorting; 3.het ingekorte.

Lees verder
2023-05-29
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Verkorting

(schilderk.) een perspectivisch verschijnsel, waar te nemen bij die deelen eener ruimtelijke voorstelling welke zich uitstrekken in een richting, van den aanschouwer af.

2023-05-29
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Verkorting

Verkorting noemt men op papier of doek eene voorstelling van ligchamen en ligchaamsdeelen in de verbinding hunner door meting aangewezene lengte of breedte, maar in zoodanigen perspectiefvorm als zij zich uit een bepaald standpunt aan het oog vertoonen. Zulke verkortingen (raccourci) te ontwerpen is eene moeijelijke zaak en onderstelt eene naauwkeu...

Lees verder