Wat is de betekenis van verknoersen?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

verknoersen

(1900) (inf.) verdragen, verkroppen. • En zu'k volk verknoerst 't voor 'n ordentelijk mensch, want poe! bij die soortemente van hoeje daar in 't gevang hèt 'n arm sulletje 't zoo gauw gedaan... (M.J. Brusse: Boefje. 1903) • Ja, want da’ kon ’k nie’ verknoerste, hè, dat die meid nou in de wereldsche wellu...

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verknoersen

(heeft verknoerst), met moeite verduwen, slikken, t.w. in fig. zin : het was hard voor ons al de vernederingen die de Duitsers ons aandeden te moeten verknoersen.

Gerelateerde zoekopdrachten