verknocht
verknocht - Bijvoeglijk naamwoord 1. verknocht zijn aan:gehecht zijn aan ♢ Mijn oudste dochter is zeer verknocht aan haar beer. Synoniemen gebonden aan Verwante begrippen liefhebbend, toegedaan, toegenegen
Wiktionary (2019)
verknocht - Bijvoeglijk naamwoord 1. verknocht zijn aan:gehecht zijn aan ♢ Mijn oudste dochter is zeer verknocht aan haar beer. Synoniemen gebonden aan Verwante begrippen liefhebbend, toegedaan, toegenegen
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., innig gehecht aan. zich verbonden voelend met: aan iem. verknocht zijn; een verknochte dienaar.
Jozef Verschueren (1930)
bn. en bw. [verknopen] 1. Eig. fysisch verbonden: de ziel aan ’t vlees. 2. Metf. innig gehecht: een dienaar. Syn. ➝ gehecht.
T. Pluim (1921)
van verknoopen = verbinden (zooals verkocht van verkoopen). Bijv. Hugo de Groot spreekt van; „welverknochte verzen” ; ook schreef men: „In zijn neusdoek heeft hij dese schat geknocht”.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., 1. innig gehecht aan: aan iemand verknocht zijn; 2. (recht) connex, met elkaar verband houdend.
J.Pluim (1911)
verl. deelw. van verknoopen = verbinden; vgl. verkocht, van verkoopen. Bij H. de Groot ook „welverknochte verzen” (goedgebonden, goed samenhangende, degelijke). Vgl.: „In zijn neusdoek heeft hij dese schat geknocht.”
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: