Wat is de betekenis van verkankeren?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

verkankeren

1) (1951) (plat) verknoeien; bederven; verpesten. • Hij was eigenlijk de enige die zijn parijs verblijf niet verkankerde; voor hem was het leven één onafgebroken scholingscursus; zijn hoofd was van zacht basalt en hij accepteerde álles. (Gerrit Kouwenaar: Ik was geen soldaat. 1951) • Ik heb al zes bandjes vol. Twee...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verkankeren

verkankeren - Werkwoord 1. (intr) aangetast worden door kanker 2. (intr) (informeel) aangetast worden 3. (ov) (informeel) in de war schoppen, bederven, verpesten Woordherkomst afgeleid van kanker met het voorvoegsel ver- met het achtervoegsel -en

2024-03-28
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

verkankeren

Een zestienjarige scholiere uit Leiden stuurde mij het volgende verwensingsversje op: stik, verkanker en verteer,// donder op en tief neer,// krijg de kouwe tyfuskoorts,// de kanker enzovoorts,// val in drieën, verkanker je knieën,// schop in je kloten, breek je poten,// krijg de vinkentyfus! Het lijkt erop dat de jongste generatie...

Wil je toegang tot alle 8 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verkankeren

v., forkankerje.