verheugd
verheugd - Bijvoeglijk naamwoord verheugd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van verheugen
Wiktionary (2019)
verheugd - Bijvoeglijk naamwoord verheugd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van verheugen
Muiswerk Educatief (2017)
verheugd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ver-heugd 1. in een goede stemming ♢ ik ben verheugd dat je kan komen Bijvoeglijk naamwoord: ver-heugd ... is verheugder dan ... de/het verheu...
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj. & adv., bliid, bras; zeer — út (’e) skroeven; — met, forgulde mei op 't snjit, yn ’t skik, op ’t skik mei.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (-er, -st), vrolijk, innerlijk blijde : een verheugd gezicht, kind : verheugd van hart; verheugd u weer te zien.
J.H. van Dale (1898)
VERHEUGD - bn. (-er, -st), vroolijk, opgeruimd, blijde : een verheugd gezicht, kind; verheugd van hart; verheugd u weer te zien.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: