Wat is de betekenis van verheugd?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verheugd

verheugd - Bijvoeglijk naamwoord verheugd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van verheugen

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verheugd

verheugd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ver-heugd 1. in een goede stemming ♢ ik ben verheugd dat je kan komen Bijvoeglijk naamwoord: ver-heugd ... is verheugder dan ... de/het verheu...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verheugd

adj. & adv., bliid, bras; zeer út (’e) skroeven; — met, forgulde mei op 't snjit, yn ’t skik, op ’t skik mei.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verheugd

bn. (-er, -st), vrolijk, innerlijk blijde : een verheugd gezicht, kind : verheugd van hart; verheugd u weer te zien.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verheugd

bn., bw. (vrolijk, opgeruimd inz. innerlijk; blijde): verheugd over.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verheugd

(vər'heucht) bn. en bw. blijde, vrolijk : een gezicht.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VERHEUGD

VERHEUGD - bn. (-er, -st), vroolijk, opgeruimd, blijde : een verheugd gezicht, kind; verheugd van hart; verheugd u weer te zien.