Wat is de betekenis van vergallen?

vergallen - Werkwoord 1. (ov), (verouderd) bij het schoonmaken van vis de galblaas beschadigen waardoor de vrijgekomen gal de vis oneetbaar maakt 2. (ov), (figuurlijk) iets bederven dat plezierig of nuttig is ♢ Het feest werd vergald door het wangedrag van enkele gasten. Woordherkomst...

v., forgalje.

vergallen, verbitteren; denatureren (v. spiritus).

(vergalde, heeft vergald), 1. (eig.) bij het schoonmaken van vis de galblaas doen barsten, zodat de vis bitter en oneetbaar wordt; (spr.)het botje is vergald, de zaak is bedorven ; 2. (fig.) bederven, van het aangename beroven : iem. het leven vergallen ; iemands genoegen vergallen.

vergalde, h. vergald (bederven, bitter maken): een vis vergallen, de galblaas doorsnijden, zodat de vis oneetbaar wordt; zie b o t I; iems. genoegen, iems. leven vergallen.

(vər'gallən) (vergalde, heeft vergald) 1. door de galblaas te breken oneetbaar maken: een vis -. → bot. 2. bederven : iemands genoegen -.

Eig. gezegd van een visch, welks galblaas men bij het schoonmaken opensnijdt, waardoor de gal zich met het bloed vermengt en hij een bitteren smaak krijgt; overdr. gebezigd in den zin van het aangename van iets wegnemen, verbitteren. Vgl. OVl. Lied. en Ged. 116; Gulden Troon, 108 a: Dat is ydel eer die den mensch van buten verg...

bitter, onaangenaam maken. Letterlijk bij het openen van een visch de galblaas stuk snijden, zoodat de gal door het vleesch loopt en dit bitter van smaak wordt.

(vergalde, heeft vergald), bederven, van het aangename beroven: iemand het leven vergallen.