verfpot
1) (1964) (sch.) zwaar geschminkte vrouw. • Er kwam een Franse verfpot naast me zitten, maar ik vond er niet veel aan, dus toonde ik mijn ongeïnteresseerdheid en ze was weer gauw pleite. (Jan Cremer: Ik Jan Cremer. 1964) 2) (1984) (Vlaanderen, inf.) vrouwelijk geslachtsdeel. Zie ook: verfborstel* en verfkwast*. • (Han...