Wat is de betekenis van vereisen?

vereisen - Werkwoord 1. (ov) nodig hebben ♢ Een goede samenwerking zal meer vereisen dan alleen het tonen van inzet. Woordherkomst afgeleid van eisen met het voorvoegsel ver- Verwante begrippen eis

vereisen - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-ei-sen 1. wat gevraagd wordt omdat het nodig is ♢ die studie vereist heel wat inspanning 1. dat is een vereiste [dat is echt nodig] Reg...

v., foreaskje, freegje.

tot ijs worden, met ijs bedekken; ein vereister Berghang, een met ijs bedekte berghelling; ein vereistes Fenster, een bevroren ruit.

...

(vereiste, heeft vereist), voor iets eisen r vorderen, vragen: in de uitdelers wordt vereist, dat elk getrouw bevonden worde (2 Cor. 4:2); dat vereist veel tijd; deze taalakten worden vereist; de nood, de wet vereist het; in het verl. deelw. als bn.: de vereiste (nodige) zorg aan iets besteden.

vereiste, h. vereist (vorderen): dat werk vereist veel routine, veel overleg, vraagt, vergt.

(vereiste, heeft vereist) 1. vorderen. 2. vragen, vergen: dat vereist veel geld, veel tijd.

(vereiste, heeft vereist), voor iets eisen, vorderen, vragen: dat vereist veel tijd; verl. deelw. als bn.: de vereiste (nodige) zorg aan iets besteden.