Wat is de betekenis van Verdriet?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verdriet

verdriet - Zelfstandignaamwoord 1. een gevoel van droefheid Dat doet mij verdriet. verdriet - Werkwoord 1. onpersoonlijke tegenwoordige tijd van verdrieten

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verdriet

verdriet - zelfstandig naamwoord uitspraak: ver-driet 1. ellendig gevoel vanwege iets naars ♢ hij heeft verdriet om de dood van zijn vader 1. hem verdriet doen [ervoor zorgen dat hij een ellendig g...

2024-03-29
Verpleegkundig woordenboek

Anneke van Schie (2000)

Verdriet

Natuurlijke menselijke reactie van onder andere psychosociale en fysiologische aard op b.v. een feitelijk of vermeend verlies (persoon, object, lichaamsfunctie, status, relatie).

2024-03-29
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Verdriet

Het - van België oorspr. de titel van een boek van Hugo Claus uit 1983, over het leven van een jongeman in het collaborerende België (ondertussen ook voor televisie verfilmd). Inmiddels een gevleugelde uitdr. geworden, vooral dan in (Vlaamse) wielerkringen om de teleurstellende prestaties van Belgische renners, met name in de Tour de France, mee aa...

2024-03-29
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

verdriet

In De bierkaai [1980] van Jeroen Brouwers komt de verwensing voor krijg het verdriet! Zij drukt woede, frustratie, ergernis enz. uit en betekent ‘ik kots van je, ik heb een vreselijke hekel aan je’.

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

verdriet

leed, spyt; hartseer.

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verdriet

s.n., fortriet (it), leed (it), leedzje (it), hertsear (it), wé (it), earmoed ûnwille; — doen, leed dwaen, fortr(i)ette, krinke.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verdriet

o., 1. zieleleed, hartzeer, kwelling van het gemoed : Gij aanschouwt de moeite en het verdriet (Ps.10 :14); iem. verdriet aandoen, berokkenen, veroorzaken ; van kommer en verdriet sterven ; och, wat een verdriet! gezegd tot een schreiend kind; 2. tegenzin, weerzin: dat doet men met verdriet.