verdoemd
verdoemd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van verdoemen
Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)
In de Middelnederlandse Vanden Vos Reinaerde komt de zelfverwensing so moetic sijn verdoemt voor. De vorm met oe blijft lange tijd de meest gangbare, maar verschijnt aan het eind van de 19de eeuw in emotioneel taalgebruik hoofdzakelijk in de verzachte vorm verdomd. Daarnaast ontstaan ook als verzachting verdimd en...
Van Dale Uitgevers (1950)
I. bn., gedoemd, veroordeeld, inz. tot de helse straf; — vloekwaardig : een verdoemd bedrog— 2.tw., krachtterm. Vgl. VERDOMD.
M. J. Koenen's (1937)
1 bn. (veroordeeld inz. tot de helse straf; vervloekt; afschuwelijk, gemeen): een verdoemd bedrog, vloekwaardig; 2 verdoemde, m. en v. verdoemden (iem., die verdoemd is): de plaats der verdoemden, nl. de hel.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., gedoemd, veroordeeld, m.n. tot de helse straf; vloekwaardig: een verdoemd bedrog; tw. van ongeduld.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: