Wat is de betekenis van verbuigen?

verbuigen - Werkwoord 1. (ov) door buiging blijvend vervormen. ♢ Door het ongeluk was het chassis verbogen. 2. (ov) (grammatica) het stelselmatig veranderen van de uitgang van een naamwoord al naargelang de functie van het woord in de zin. Woordherkomst Afgeleid van buigen met het vo...

verbuigen - onregelmatig werkwoord uitspraak: ver-bui-gen 1. in een andere vorm buigen ♢ dit ijzerdraad kun je gemakkelijk verbuigen 2. veranderen van de vorm van een woord, bijvoorbeeld naar geslacht of getal ...

v., for-, tobûg(j)e; door voortdurende druk verbogen raken, forwenne.

...

(verboog, heeft verbogen), I. anders buigen ; buigende uit zijn oorspr. (juiste) vorm brengen : je hebt de sleutel verbogen ; een ijzeren plaatje verbuigen :(fig.) het recht verbuigen, verdraaien ; 2. (taalk.) (een naamwoord) van vorm, inz. van uitgang doen veranderen naar geslacht, getal en naamval; — ook : al die vorme...

verboog, h. verbogen (1 anders buigen; door buigen uit de richting brengen; 2 spraakk. van vorm doen veranderen door wijziging van de uitgang, ablaut): 1 een staaf verbuigen; 2 een woord verbuigen.

(vər'buigən) (verboog, heeft verbogen) 1. anders buigen : een staaf –. 2. verdraaien : het recht –. 3. Taalk. de uitgang naar geslacht, getal en naamval veranderen : een verbogen vorm. Syn. deklineren.

(verboog, heeft verbogen), 1. anders buigen; buigend uit vorm brengen; (fig.) het recht verbuigen, verdraaien; 2. van uitgang doen veranderen naar geslacht, getal en naamval; (ook) al die vormen opnoemen: verbuig het Latijnse mensa.

...