Wat is de betekenis van verblind?

...

verblind - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verblinden ♢ Ik verblind 2. gebiedende wijs van verblinden ♢ verblind! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verblinden ♢ verblind j...

verblind - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ver-blind 1. door fel licht (tijdelijk) blind gemaakt ♢ de verblinde chauffeur reed tegen een boom 1. ergens verblind voor zijn [het niet zien]...

verbyster, mislei, deur skyn mislei; blind maak.

bn. (-er, -st), 1. door al te fel licht als blind gemaakt; 2. (fig.) als met blindheid geslagen: hij is verblind voor de gebreken zijner kinderen ; door voortdurende vleierij verblind.

bn. (als blind, als met blindheid geslagen): vele ouders zijn verblind ten opzichte van de gebreken hunner kinderen.

(vər'blint) bn. en bw. (–er, –st) als blind, begoocheld : – ten opzichte van, voor haar gebreken.

bn. (-er, -st), 1. door al te fel licht als blind gemaakt; 2. (fig.) begoocheld: verblind door haar stralende schoonheid.

VERBLIND - bn. (-er, -st), (alleen fig.) als met blindheid geslagen.