Wat is de betekenis van verblijf?

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verblijf

verblijf - Zelfstandignaamwoord 1. het verblijven Ik zou graag mijn verblijf willen verlengen. 2. een onderkomen Dit is mijn verblijf voor de komende paar maanden. verblijf - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige ti...

2024-04-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verblijf

verblijf - zelfstandig naamwoord uitspraak: ver-blijf 1. het ergens zijn ♢ ons verblijf in Amerika was geen succes 2. plaats waar je bent ♢ in het dagverblijf mag je roken Zelfstandig...

2024-04-18
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

verblijf

- tweede verblijf, tweede woning, vakantiehuis. Wie zekerheid wil, zal de banden met België moeten doorsnijden. Soms zijn er aanwijzingen dat iemand in twee landen verblijft. Hij bezit bijvoorbeeld in de beide landen een huis. Voor zover dat huis enkel als tweede verblijf dient of wordt verhuurd is er geen probleem. - FET, 15-11-2002.

2024-04-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verblijf

s.n., forbliuw (it), tahâld (it), kertier (it); — houden, tahâlde, húshâlde, hûsmanje, bankje.

2024-04-18
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verblijf

o. (.. .ven), 1. het verblijven, zich ophouden: zijn verblijf te Parijs : een langdurig verblijf in de tropen ; waar houdt hij zijn verblijf ,? waar verblijft hij ? 2. plaats waar men verblijft, waar men tijdelijk of duurzaam gevestigd is ; een vast verblijf, plaats waar iem. steeds is ; 3. woongelegenheid : een ger...

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verblijf

o. verblijven (1 oponthoud; 2 verblijf-, woonplaats): 1 een langdurig verblijf in de tropen; 2 een rustig verblijf; verblijf houden te.

2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verblijf

(vər'blijf) o. (...blijven) I. Eig. het verblijven. Syn. oponthoud. II. Metn. plaats van verblijf nl. 1. woning : het – der officieren aan boord van een schip. Syn. →: huis. 2. woonplaats : een vast – hebben.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Verblijf

Verblijf - zie WOONPLAATS.