verblijf
verblijf - Zelfstandignaamwoord 1. het verblijven ♢ Ik zou graag mijn verblijf willen verlengen. 2. een onderkomen ♢ Dit is mijn verblijf voor de komende paar maanden. verblijf - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige ti...
Alles over bitcoin, cryptovaluta en de blockchain
Nederlandstalige WikiWoordenboek
verblijf - Zelfstandignaamwoord 1. het verblijven ♢ Ik zou graag mijn verblijf willen verlengen. 2. een onderkomen ♢ Dit is mijn verblijf voor de komende paar maanden. verblijf - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige ti...
Nederlands woordenboek voor onderwijs
verblijf - zelfstandig naamwoord uitspraak: ver-blijf 1. het ergens zijn ♢ ons verblijf in Amerika was geen succes 2. plaats waar je bent ♢ in het dagverblijf mag je roken Zelfstandig...
Nederlandse encyclopedie
o. (verblijven), 1. zich ophouden: zijn verblijf te Parijs; 2. verblijfplaats; 3. woongelegenheid, onderkomen: een gerieflijk verblijf.
Friesch woordenboek
s.n., forbliuw (it), tahâld (it), kertier (it); — houden, tahâlde, húshâlde, hûsmanje, bankje.
Nederlands woordenboek (7e druk - 1950)
o. (.. .ven), 1. het verblijven, zich ophouden: zijn verblijf te Parijs : een langdurig verblijf in de tropen ; waar houdt hij zijn verblijf ,? waar verblijft hij ? 2. plaats waar men verblijft, waar men tijdelijk of duurzaam gevestigd is ; een vast verblijf, plaats waar iem. steeds is ; 3. woongelegenheid : een ger...
M. J. Koenen's Verklarend handwoordenboek
o. verblijven (1 oponthoud; 2 verblijf-, woonplaats): 1 een langdurig verblijf in de tropen; 2 een rustig verblijf; verblijf houden te.
Nederlandse encyclopedie, uitgegeven van 1916-1925.
Verblijf - zie WOONPLAATS.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
VERBLIJF - o. (...ven), oponthoud: zijn verblijf te Parijs; plaats van verblijf : waar houdt hij zijn verblijf ?; een vast verblijf, woonplaats. VERBLIJFJE, o. (-s).
Handwoordenboek van Nederlansche Synoniemen 1898
zie Oponthoud, zie Woning.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.