Wat is de betekenis van VERANDERLIJK?

veranderlijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. geneigd wijzigingen te ondergaan ♢ Bij dit veranderlijke weer moet je op alles voorbereid zijn. Woordherkomst Naamwoord van handeling van veranderen met het achtervoegsel -lijk

veranderlijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ver-an-der-lijk 1. niet steeds hetzelfde ♢ het weer in Nederland is nogal veranderlijk Bijvoeglijk naamwoord: ver-an-der-lijk ... is veranderlijker dan ... ...

adj., ûnbistindich, hinne en wer (as de wyn), wif, ûnstadich; (van het weer), foroarlik, tribelich, malkerich bros; — zijn (van het weer), (om)lúnje; -e wind, rinnende, malkerige wyn; de wind is —, de wyn m(o)alket; — van humeur zijn, gauris yn 'e wjerweide wê...

bn. (-er, -st), 1. geneigd tot veranderen, onbestendig, ongestadig, onvast, wispelturig: de mode, het weer, de wind is veranderlijk; een veranderlijk mens ; hij is veranderlijk als de wind ; niets zo veranderlijk als de fortuin ; 2. anders, groter, kleiner enz. kunnende worden : een veranderlijke grootheid ; veranderlijke st...

bn. (onbestendig, wispelturig): een veranderlijk humeur, de fortuin is veranderlijk.

(vər'andərlək) bn. en bw. (-er, -st) 1. aan verandering onderhevig, onbestendig, onvast : het weer is -. 2. wispelturig ; een humeur; de fortuin is -. Tgst. → bestendig.

bn. (-er, -st), onbestendig (van het weer): de barometer staat op veranderlijk; ongestadig, wispelturig: de mode is veranderlijk.

VERANDERLIJK - bn. (-er, -st), onbestendig, ongestadig, onvast; de mode, het weer, de wind is veranderlijk; — wispelturig : een veranderlijk mensch; hij is veranderlijk als de wind; niets zoo veranderlijk als de fortuin, op niets valt zoo weinig staat te maken. VERANDERLIJKHEID, v. onbestendigheid, ongestadigheid, wispelturigheid.