Wat is de betekenis van vel?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

vel

1) (1901) (Amsterdam, Barg.) overjas. Meestal verkleinvorm. • Vel, velletje: jas. Hou me vel even vast, we gaan looien (kloppen). Dat is een joven (uitstekend) vel. (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • Vel: jas of overjas. (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • velletje, overjas: zijn eigen - over 'n bibberende schooier he...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vel

vel - Zelfstandignaamwoord 1. dunne laag, bijvoorbeeld van papier 2. afgestroopte huid vel - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vellen ♢ Ik vel 2. gebiedende wijs van vellen vel! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvo...

2024-03-28
Jargon & Slang van Prostituees en pooiers

Marc De Coster (2017)

Vel

Vel - 16de-eeuwse benaming voor een hoer. Vaak in de verbinding dubbel vel of vel met een gat.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vel

vel - zelfstandig naamwoord 1. buitenste laag van mensen en dieren ♢ op het vel van de kip zaten allemaal pukkels 1. uit je vel springen [erg kwaad worden] 2. vel over been zijn...