Wat is de betekenis van vector?

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vector

vector - Zelfstandignaamwoord 1. (natuurkunde) gerichte grootheid 2. (natuurkunde) lijn die een vector voorstelt 3. (biologie) drager van besmetting Woordherkomst Van het Engelse #Engels|vector, van het Latijnse #Latijn|vector (“drager”), van vehō (“ik draag”). Verwante begrippen scalaire grootheid, scalar

2024-04-18
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Vector

[Lat. = drager, overbrenger, van vehere, vectum = voortbewegen, dragen] 1 (astr.) voerstraal (radius -), denkbeeldige lijn van het middelpunt van de zon naar het middelpunt van een planeet; 2 (wisk.) gericht lijnstuk in de euclidische ruimte, vaak voorgesteld in de vorm van een pijl, waarmee in de mechani...

2024-04-18
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Vector

dier als drager van besmetting; wiskundige grootheid

2024-04-18
Woordenboek automatisering

Henk Biemond (1985)

Vector

Vector (1) Een grootheid, die gewoonlijk door een geordende reeks getallen wordt weergegeven. (2) Een lijnsegment.

2024-04-18
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

vector

grootheid die niet alleen door haar grootte, maar ook door haar richting is vastgelegd. Voorbeeld: de snelheid is een vector. Twee in getal even grote snelheden kunnen door hun richtingen verschillend zijn.

2024-04-18
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

vector

(L., = drager), dier dat een infectie overbrengt (vaak een insekt).

2024-04-18
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Vector

grootheid in de fysica die grootte én richting aangeeft; bloedzuigend insect, dat smetstoffen overbrengt

2024-04-18
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Vector

1. (plantk.) Een v. is een dier, veelal een insect, dat een parasiet of virus overbrengt van een er door besmette naar een nog niet besmette plant op zodanige wijze, dat infectie volgt. 2. (wisk.) ( 1) Stereometrisch: een pijl met richting en grootte, die men evenwijdig mag verplaatsen. Krachten (ook electrische en magnetische), snelheden en versne...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vector

(Lat.), m. (-en), grootheid die niet alleen een bedrag, maar ook een richting heeft; lijn die de afstand van twee punten in de ruimte bepaalt: de som, het verschil van twee vectoren; vectoren componeren, ontbinden;radius vector, voerstraal