vastentijd
tijd bestemd om te vasten. periode waarin men zich om geloofsredenen onthoudt van of matigt in het gebruik van voedsel, drank en genotsmiddelen; in het bijzonder: periode van veertig dagen voor soberheid en inkeer die in het katholieke kerkelijk jaar begint op Aswoensdag en eindigt op paaszaterdag; tijd bestemd om te vasten. Voorbeelden:...