vast
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Wiktionary (2019)
vast - Bijvoeglijk naamwoord 1. stevig ♢ De vaste verbinding moest met een zaag weer losgemaakt worden. 2. permanent ♢ Er is een vaste oeververbinding, zodat auto's makkelijk op en neer kunnen rijden. 3. (thermodynamica) kristallijn of amorf ...
Muiswerk Educatief (2017)
vast - bijvoeglijk naamwoord, bijwoord 1. stevig met iets verbonden, niet beweegbaar ♢ het plakband zit erg vast 1. vaste vloerbedekking [aan de randen van de vloer vastgemaakt] ...
Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)
vast - Term uit de effectenhandel om de stemming mee aan te geven. De beurs is vast als de meeste koersen stijgen.
Peter Bakema (2003)
- vast tapijt, vaste vloerbedekking, kamerbreed tapijt. Vast tapijt, aangename stoelen, warme sfeer... Het lijkt helemaal geen ziekenhuis als je het chirurgisch dagcentrum - naast de dienst spoedgevallen - binnenstapt. - HN, 16-11-2002. zie waarde, zeker.
Marc de Coster (1998)
zo - als een huis, zeker. Cliché dat vooral geliefd is onder journalisten. Bovendien was die Sint tegen alles dik verzekerd, zo vast als een huis. (J.A. Deelder: Drukke dagen, 1988)
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj. & adv., fêst, stevich, steech, steuch; (van de grond), stiif, ticht; — en droog, bigeard; zeer —, izerfêst; -e ondergrond, fêste; door liggen — worden, bilegerje; zo — staan als een huis, foar trije ankers lizze; dat is een -e gewoon...
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. ontzaglijk, groot, uitgestrekt; onmetelijk; omvangrijk, kolossaal; II. uitgestrekte vlakte, onmetelijkheid.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: