Wat is de betekenis van vanzelf?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vanzelf

vanzelf - Bijwoord 1. zonder tussenkomst van anderen Ouder worden gaat vanzelf. Woordherkomst samenstelling van van en zelf

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vanzelf

vanzelf - bijwoord uitspraak: van-zelf 1. wat iedereen zo begrijpt ♢ doe je mee? vanzelf! 2. zonder hulp van iets of iemand ♢ de deur ging vanzelf dicht 1. als vanz...

2024-04-24
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

vanzelf

bw., (ook:) uiteraard, vanzelfsprekend. Wiesje [een prostituée] had drie van deze bedrijfsongevallen, geen erkenning( ) vanzelf en ook geen verzorging. In feite weet ze niet eens wie de vaders zijn (Dobru 1968a:30). Jullie zijn mijn gast, zei hij tegen de anderen die erg stil waren. Vanzelf, zei Blackman. Vanzelf (Vianen1972:148).-Etym.: In...

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vanzelf

adv., fansels; dat spreekt —, dat is fansels, dat seit himsels, dat leit yn ’e reden.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vanzelf

bw., 1. uit zichzelf, uit eigen beweging, vrijwillig: de lijf jongens zorgen daar meestal vanzelf voor, zonder dat men ’t hun behoeft te zeggen ; 2. zonder verdere hulp of oorzaak van buiten af, zonder iemands toedoen, volgens de natuurlijke loop van zaken, spontaan, zo maar: in een politiestaat wordt elke politieke actie vanzelf een samenzw...

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vanzelf

bw.; dat spreekt vanzelf, uiteraard.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vanzelf

bw. 1. uit zichzelf, uit eigen beweging: daar zorgen ze voor. 2. uit de aard der zaak: dat spreekt -. 3. natuurlijk, vanzelfsprekend: daar moet je mee doorgaan.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vanzelf

bw., uit eigen beweging, vrijwillig; spontaan, zo maar: dat spreekt vanzelf, dat behoeft geen nader betoog; zonder speciale inspanning of oefening: dat gaat vanzelf, dat hoef je niet te leren; natuurlijk, vanzelfsprekend.