Wat is de betekenis van Vanity fair?

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Vanity fair

kermis der ijdelheid; de materialistische wereld

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vanity fair

(Eng.), kermis der ijdelheid (titel van een bekende roman van Thackeray (1847), ontleend aan Bunyans The pilgrim’s progress).

2024-04-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Vanity Fair

(Eng.) = Markt der ijdelheid; is de titel van W. M. Thackeray’s satyrischen roman (1847); bij John Bunyan (l628-’88) komt in zijn „The Pilgrim’s Progress” ook reeds zulk een (jaar-)markt voor. Vgl. Eccl.1.2; 17; Sap. 15.12; door Cicero bijv. (Tusc.Disp. 5,3,9) toegeschreven aan Pythagoras. C. Brouwer.

2024-04-25
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Vanity fair

Eng., kermis der ijdelheid.