Wat is de betekenis van Vang?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vang

vang - Zelfstandignaamwoord 1. poten en klauwen van roofvogels vang - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vangen ♢ Ik vang 2. gebiedende wijs van vangen vang! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd...

2024-04-23
Bouw- en Vastgoedlexicon

Hendrik Leurs (2015)

Vang

Remconstructie in windmolens die om het bovenwiel grijpt en die bediend wordt via een vangstok aan de achterzijde van de molenkap.

2024-04-23
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Vang

Een onderdeel om een molen tot stilstand te brengen. Het is een rem, die aangebracht is om het aswiel, dat daarom ook wel vangwiel wordt genoemd. Een ander woord voor vang is prang of praam. De vang van een molen is de rem van een molen. Om het hoofdwiel van de bovenas (de as bovenin de molen waar de wieken ook aan zijn gemonteerd) zit een band van...

2024-04-23
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

vang

huidplooi bij huisdieren van onderbuikwand naar dij (liezen). Wordt betast om de vetheid van een dier te beoordelen.

2024-04-23
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

vang

gevang, in die hande kry; in hegtenis neem; verstrik; opvang; vanger.

2024-04-23
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Vang

heet de huidplooi, welke men aantreft bij de overgang van de buik naar de dij, vlak vóór de achterknie (z. Liesplooi). Op deze plaats voelt men m.o.m. de mate van vetaanzet bij het rund.

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vang

s., fang.

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vang

1. m.; het vangen: de vang van vogels; 2. v. vangen; klem van een windmolen; Z.-N. knip, val; zegsw. zie molen (1).

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vang

(-en) A. [< vangen I 1] I. m. Eig. het vangen. II. Metn. 1. m. het gevangene. 2. v. vlezig deel aan de dij van een rund, waarbij men het vat, om over zijn vetheid te oordelen. B. v. [< vangen I 4] rem, klem om een toestel of machine te stuiten: de van een windmolen. ➝ molen.