Wat is de betekenis van valstrik?

valstrik - Zelfstandignaamwoord 1. een contraptie of manipulatie bedoeld mens of dier te vangen ♢ Die uitnodiging was duidelijk een valstrik. Woordherkomst samenstelling van val en strik

valstrik - zelfstandig naamwoord uitspraak: val-strik 1. gemene poging om iemand in problemen te brengen ♢ die opmerking was een valstrik Zelfstandig naamwoord: val-strik de valstrik de...

wip, val.

s., falstrik.

...

m. (-ken), 1. strik die over iets heenvalt, inz. net om vogels te vangen ; 2. (fig.) verraderlijke poging om iem. in moeilijkheden of ten val te brengen, in het ongeluk te storten: verleiding, verzoeking: een valstrik leggen, spannen, (bijb.) zetten ; iem. in een valstrik lokken ; 3. (mil.) zekere ijzerdraadhindernis in strikvorm.

m. valstrikken (fig. list, boos opzet): iem. een valstrik spannen.

m. (-ken) 1. Eig. strik, knip om dieren te vangen. 2. Metf. boos opzet, list: iemand een spannen.

m. (-ken), 1. strik die over iets heenvalt, m.n. net om vogels te vangen; 2. (fig.) verraderlijke poging om iemand in moeilijkheden of ten val te brengen, in het ongeluk te storten.