vak
...
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-ken), 1. (bouwk.) vlak, omsloten door de houten stijlen of ribben van een wand of muur: het vale naast de deur; — vlak. ruimte tussen de balken van een zoldering, tussen de ribben van een gewelf: een zoldering met vakken; 2. (bij uitbr.) onderdeel van een wand die door beschilderen met banden, behangen, of betimmeren met s...
Wiktionary (2019)
vak - Zelfstandignaamwoord 1. beroep 2. ingedeeld stuk, bijv. schap, baanvak, supportersvak 3. schoolvak, leervak Uitdrukkingen en gezegden ♦ Een oude rot in het vak (zijn) alles van het vak afweten en alles weten hoe te doen Synoniemen [1] beroep, baan...
Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)
Eenheid van indeling van een bouwvlak of -lichaam, gevat tussen constructief belangrijke delen, die meestal dragend zijn. B.v. een muurvak tussen lisenen of steunberen, een gewelfvak tussen pijlers of zuilen of tussen gordel- en scheibogen ( travee). Ook een kapvak tussen de gebinten van een kapconstructie of tussen de stijlen van een vakwerkbouw e...
Muiswerk Educatief (2017)
vak - zelfstandig naamwoord 1. plat vlak, begrensd door rechte lijnen ♢ hoeveel vakjes heeft een dambord? 2. hokje in een kast of la ♢ in dit vak horen de messen 3. onderwerp...
Gedigitaliseerd Ensie (2015)
Vak. Met spaniute of plaatmateriaal bekleed raamwerk. Basiselement waaruit decors worden samengesteld. Een vak wordt benoemd naar zijn functie: raamwerk, deurvak, stopvak etc. Vakken worden aaneengezet door fitsen* en krommers* of door slaglijnen *, en gesteund door schoren*.
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
Getty Research Institute (1990)
vak - De opening waar de schietspoel doorheen kan en die men creëert door een aantal scheringdraden op te tillen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: