Wat is de betekenis van vagen?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vagen

vagen - Werkwoord 1. vegen 2. (landbouw) braak (laten) liggen Zie ook vägen

2024-04-23
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

vagen

(vaagde, gevaagd) vegen, schoonvegen, wrijven ook.<fig.> Nergens wordt gevraagd om eindelijk, definitief, de spons over het verleden te vagen. - GvA, 21-03-2002. Retabo zet zich in om die reputatie van doods provincienest definitief uit te vagen. - HN, 20-01-2001.

2024-04-23
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

vagen

1. Door wrijven schoonmaken, reinigen; in ’t bijz. met behulp van een bezem of borstel; - vand., met objectsverwisseling: door wrijven verwijderen. Zij vaagde met haar wijsvinger een traan uit haar oog, TIMMERMANS, Anna-Marie 188 (1921). Achiel ... vaagt met zijn mouw het mos van zijn hoed, TEIRLINCK 1952, 2, 65. As op het tapijt sto...

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vagen

(vaagde, heeft gevaagd), 1. (overg., veroud. en gew.) door wrijven reinigen, schoonmaken, zuiveren; — (Zuidn.) iemands schoenen vagen, om een fooi te krijgen; (zegsw.) zijn botten, broek, hakken, hielen, zolen aan iem. of iets vagen, iets of iem. niet achten, maling hebben aan; (Zuidn.) iem. de mouw vagen, hem vle...

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vagen

vaagde, h. gevaagd (wegvegen; fig. reinigen); zie vegen.

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vagen

(vaagde, heeft gevaagd) 1. Veroud. wegvegen. 2. doen verdwijnen: de hoop vaagt de nevelen van het hoofd.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vagen

(vaagde, heeft gevaagd), (gew.) vegen.

2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VAGEN

VAGEN - (vaagde, heeft gevaagd), wegvegen; (inz. fig.) de hoop vaagt de nevelen van het hoofd.