Wat is de betekenis van vagabond?

2024-03-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

vagabond

I. 1. (rond)zwervend, heen en weer trekkend, vagebonderend; 2. liederlijk; II. zwerver, zwerveling; inz. vagebond; III. (rond)zwerven, inz. vagebonderen (ook: vagabond it).

2024-03-29
De kleine Zuiveraar - vreemde woorden woordenboek

G.F. Callenbach (1908)

Vagabond

landlooper.

2024-03-29
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

Vagabond

Vagus, vagans, erraticus, erro: qui sedem stabilem & domicilium certum non habet. vulgò vagabundus.