Wat is de betekenis van Utrechts?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Utrechts

Utrechts - Bijvoeglijk naamwoord 1. (demoniem) op Utrecht betrekking hebbend Woordherkomst Afgeleid van Utrecht met het achtervoegsel -s Synoniemen Utrechter

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Utrechts

I. bn., van, uit Utrecht: Utrechtse sprits; II. zn. o., het dialect van Utrecht.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Utrechts

1. bn., bw. ([als] van, uit, in, eigen aan, betrekking hebbende op, behorende tot of bij Utrecht):Utrechtse theerandjes of theekantjes; 2. o. (dialect). 3. Utrechtse, v. Utrechtsen (vrouw, meisje)

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Utrechts

1. bn. van, in, uit, betreffende Utrecht: -e teerandjes, teekantjes. 2. o. Utrechts dialekt.