Utrechts
Utrechts - Bijvoeglijk naamwoord 1. (demoniem) op Utrecht betrekking hebbend Woordherkomst Afgeleid van Utrecht met het achtervoegsel -s Synoniemen Utrechter
Wiktionary (2019)
Utrechts - Bijvoeglijk naamwoord 1. (demoniem) op Utrecht betrekking hebbend Woordherkomst Afgeleid van Utrecht met het achtervoegsel -s Synoniemen Utrechter
Van Dale Uitgevers (1950)
I. bn., van, uit Utrecht: Utrechtse sprits; II. zn. o., het dialect van Utrecht.
M. J. Koenen's (1937)
1. bn., bw. ([als] van, uit, in, eigen aan, betrekking hebbende op, behorende tot of bij Utrecht):Utrechtse theerandjes of theekantjes; 2. o. (dialect). 3. Utrechtse, v. Utrechtsen (vrouw, meisje)
Jozef Verschueren (1930)
1. bn. van, in, uit, betreffende Utrecht: -e teerandjes, teekantjes. 2. o. Utrechts dialekt.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: