Wat is de betekenis van Utrecht?

2023-12-04
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Utrecht

Utrecht - Eigennaam 1. (toponiem: provincie) een provincie in het midden van Nederland, die door Noord-Holland, Flevoland, Gelderland en Zuid-Holland wordt begrensd 2. (toponiem) de hoofdstad van de provincie Utrecht 3. (toponiem) een plaats met 860 inwoners aan de voet van het Balele-gebergte in KwaZoeloe-Natal, Zuid-Afrika 4. (gesch...

2023-12-04
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Utrecht

Utrecht - van Utrecht zijn: homoseksueel zijn. Een persoon die aldus geaard is noemt men een Utrechtenaar. Volgens Endt (BW) voornamelijk in corpsstudententaal van weleer. Hij meent het te kunnen verklaren uit een andere zegswijze, hij is van achter de Dom, waarbij de hoogopstaande toren een verwijzing zou zijn naar het mannelijk lid. Deze redener...


Direct alle 20 resultaten bekijken?

Word vriend van Ensie!

2023-12-04
Lexicon van het Koninklijk Huis

F.J.J. Tebbe (2005)

Utrecht

Hoofdstad van de gelijknamige provincie, geboorteplaats van onder anderen de prinsen Willem-Alexander, Johan Friso en Constantijn. Op 23 januari 1579 werd in de kapittelzaal van de Dom de Unie van Utrecht getekend, waarmee de basis werd gelegd voor de latere Republiek der Verenigde Nederlanden. In 1632 werd de Illustere School opgericht, die twee j...

2023-12-04
Het toppunt van Nederland

Aad Struijs (2002)

Utrecht

Joost van den Vondel roemde de stad Utrecht ooit als een 'paradijs vol weelde'. En Joost kon het weten, want hij bracht er zijn schooltijd door. Later kwam de dichter er nog geregeld terug. Nog een beroemdheid uit het verleden: Adriaan Florisz. Boeyens, geboren in Utrecht in 1459. Hij is de enige Nederlander die het tot paus schopte. Op 31 augustus...

2023-12-04
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Utrecht

van - zijn, homoseksueel zijn. Oorspr. studentenslang. Vergelijkbare uitdr. zijn een Utrechtenaar draagt zijn broek achterstevoren; van achter de Dom (volgens Endt en Frerichs zou de hoogopstaande toren een metafoor zijn voor het mannelijk lid). Utrechtenaar is een slangwoord voor ‘een homoseksueel’. De Domstad heeft al eeuwenlang een reputatie op...

2023-12-04
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Utrecht

Ned. stad, hoofdstad van de prov. Utrecht, 56,44 km2, 230 414 inw. De vroegere vooraanstaande positie op het gebied van de metaal- en de transportmiddelenindustrie verdween na de sluiting van het metaalbedrijf Demka geheel. Daarentegen verwierf Utrecht zich een vooraanstaande plaats op het terrein van de zakelijke diensten, mede dank zij het gereed...

2023-12-04
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Utrecht

1. de hoofdstad van de provincie Utrecht met 278 000 inwoners, gelegen aan de Oude Rijn, in het centrum van het land. Utrecht is een belangrijk spoorwegknooppunt; verder jaarbeurs- en universiteitsstad en zetel van de Nederlandse aartsbisschop. Een van de oudste steden van Nederland, reeds daterend uit de Romeinse tijd. In 1579 verenigden de noorde...

2023-12-04
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Utrecht

Ned. stad, hoofdstad van de prov. Utrecht, 56,44 km2, 230414 inw. De vroegere vooraanstaande positie op het gebied van de metaal- en de transportmiddelenindustrie verdween na de sluiting van het metaalbedrijf Demka geheel. Daarentegen verwierf Utrecht zich een vooraanstaande plaats op het terrein van de zakelijke diensten, mede dank zij het gereedk...

2023-12-04
Archeologische Encyclopedie

H. Arends (1962)

Utrecht

Ned. Hier zijn in verschillende lagen resten v.e. enkele malen herbouwd castellum op het Domplein opgegraven. Verg. Vechten. Schip uit na-Rom. tijd.

2023-12-04
Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Utrecht

Befaamde domtoren uit 1321 in gotische stijl en diverse middeleeuwse bouwwerken w.o. St. Catharijnekerk, 1470, Nicolaaskerk, 12de eeuw. Het Centraal Museum in Utrecht (Agnietenstraat 1) bezit een verzameling oudkerkelijke kunst en werken van Utrechtse meesters, zie bouwkunst – romaans – Frankrijk; zie gotiek – bouwkunst – Ne...

2023-12-04
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

UTRECHT

Ontstaan als Romeinse grenspost, later mogelijk in handen van de Warnen; tegen 600 Frankisch bezit, maar ca. 640-689 en 715-ca. 720 in Fr. handen, zie Pippijn, Redbad. Als zetel van de bisschop en als handelsstad had U. in de M.E. voor Frl. enige betekenis; sommige Friezen kwamen tot hoog aanzien; de bankier Lambrecht die Vriese (ca. 1300), wijbiss...

2023-12-04
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

UTRECHT

belangrijk centrum van kerstening, bezat ca. 600 reeds een Frankische kapel, op de fundamenten waarvan St. Willibrord een kerkje bouwde, aan St. Maarten gewijd. Als bisschop bouwde hij er de St. Salvator. Utrecht werd toen zetel van een bisdom (suffragaan van Keulen), dat geheel het tegenwoordige Nederland omvatte behalve het deel ten Z. van de Wa...

2023-12-04
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Utrecht

Utrecht.

2023-12-04
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Utrecht

Utrecht(s).

2023-12-04
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Utrecht

(1), Nederlandse provincie, 1.363,26 km2. In het O. de stuwwal Gooi-Utrechtse heuvels, met zandvlakten aan weerszijden; in het W. laagveen (vooral het N.W.) en zeeklei. 556.000 inw. De hoofdstad Utrecht (187.288 inw.) is de vierde stad van Nederland.Veeteelt het belangrijkste bestaansmiddel. In het W. zuivelteelt, op de zandgronden varkens- en plui...

2023-12-04
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Utrecht

(1), de centrale provincie van Nederland, omvat een gebied van (1953) 138 801 ha (w.v. 132 330 ha land), dat ten W. wordt begrensd, door Zuid-Holland, ten Z. door Zuid-Holland en Gelderland, ten O. door Gelderland en ten N. door het IJselmeer en Noord-Holland. Utrecht telt (1953) 65 gemeenten in grootte variërende van 144,88 ha (Montfoort) tot...

2023-12-04
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Utrecht

o. (hoofdstad der gelijknamige provincie).

2023-12-04
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Utrecht

1) kleinste prov. v. Ned., 1390 km2, 406 000 inw.; i/h W. laagland (veen on plassen), langs de rivieren (Lek, Rijn, Vecht, Eem) klei; i/h O. heuvelland, bedekt met dennenbosschen en heide. Middelen v. bestaan: landbouw, tuinbouw en veeteelt, a/d Lek riviervisscherij; bij Amerongen en Rhenen tabaksverbouw. In het O. heuvelachtige gedeelte, dat beken...

2023-12-04
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Utrecht

I. Bisdom, a) Het door St. Willibrordus in 697 gestichte aartsbisdom, dat alle Friezen zou omvatten en eenige suffraganen krijgen, kon niet verwezenlijkt worden. Utrecht werd een bisdom, dat op het eind der 8e eeuw onder het aartsbisdom Keulen gesteld werd, en behalve de Friezen ten W. van de Lauwers enkele Saksische en Frankische streken ten O. va...

2023-12-04
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Utrecht

I. [u. oude + trecht, overtocht] hoofdstad van de provincie en het ➝ bisdom Utrecht, 2298 ha. II. provincie van Nederland. Hoofdstad: Utrecht. 1. Aardrijkskundig. Oppervlakte. 1386 km2. Bodem. Heuvelrijen doorkruisen de provincie van het zuidoosten naar het noordwesten en bereiken bij de Piramide van Austerlitz 65 m. Het oosten is veelal zandg...