Wat is de betekenis van ureter?

2024-03-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

ureter

lichaamsdeel van nierbekken naar blaas. elk van beide holle, cilindervormige lichaamsdelen die het nierbekken met de blaas verbindt en waardoorheen de urine van iedere nier naar de blaas loopt; urineleider; pisleider. Voorbeelden: Vanuit het nierbekken loopt een buisje, de urineleider (Latijn: ureter), van elk van beide nieren naar d...

2024-03-29
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

ureter

Verwar dit woord niet met ‘urethra’, de plasbuis oftewel urinebuis (uitspraak: uu-REE-ter). Zie (ook) urineleider

2024-03-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Ureter

[v. Gr. ourètèr] (anat.) urineleider, urine gaat hierdoor van het nierbekken naar de blaas.

2024-03-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Ureter

urineleider

2024-03-29
Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Ureter

zie Urineleider.

2024-03-29
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

ureter

➝ urineleider.

2024-03-29
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Ureter

Gr. voor urineleider, de ongeveer 40 cm lange dunne, maar toch van spiervezels voorziene buis, welke achter de buikholte van ieder nierbekken naar de blaas loopt. Raakt hierin een niersteentje beklemd (uretersteen), dan ontstaan krampen, welke als de uiterste pijnlijke nierkolieken gevoeld worden.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ureter

(Lat.), m. (-s), (ontl.) pisleider, kanaal waardoor de urine van het nierbekken naar de blaas vloeit.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

ureter

ureter, urineleider (van de nieren naar de blaas); bijv. nw. ureteral, ureteric, uretal.