Wat is de betekenis van uitzoeken?

uitzoeken - Werkwoord 1. (ov) een selectie maken uit een grotere verzameling ♢ We hebben de rijpe vruchten uitgezocht. 2. (ov) een probleem onderzoeken tot er duidelijkheid komt ♢ Dat moet nog eens goed uitgezocht worden. Woordherkomst sam...

uitzoeken - onregelmatig werkwoord uitspraak: uit-zoe-ken 1. een keuze maken uit verschillende mogelijkheden ♢ u mag zelf een plaatsje uitzoeken 2. bij elkaar leggen wat bij elkaar hoort ♢ ik mo...

v., útsykje; zonder —, foar de hân (wei) op, foar hâns wei op.

...

(zocht uit, heeft uitgezocht), 1. onder meerdere zaken kiezen: zoek nu niet altijd het beste uit; een das uitzoeken ; hij mag uitzoeken; uitzoeken maar!, uitroep van straatventers; zie ook Uitgezocht; 2. sorteren: lompen, hout uitzoeken; 3. door nazoeken (trachten te) vinden: ik heb eens uitgezocht hoe dat in elkaar...

onr. w.w. zocht uit, h. uitgezocht (uitkiezen, uitlezen of lezen, het beste ergens uitnemen; sorteren).

('uit) (zocht uit, heeft uitgezocht) het beste zoeken onder veel, uitkiezen : maar!.

(zocht uit, heeft uitgezocht), 1. onder verschillende zaken kiezen: een das uitzoeken; 2. sorteren: lompen, hout uitzoeken ; 3. door nazoeken (trachten te) vinden: een kwestie uitzoeken; dat moeten zij zelf maar uitzoeken, onder elkaar uitmaken, beslissen: ze zoeken het maar uit, ik trek mij er niets (meer) van aan.

...