Wat is de betekenis van uitvaagsel?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

uitvaagsel

(17e eeuw, vero.) verzamelterm voor minderwaardige, verachtelijke mensen. Letterlijk: dat wat weggeveegd moet worden. Syn.: geteisem*. schorremorrie*, tuig* van de richel. • Terwyl werelt en hel tegens dien Gekruisten Godt met zwaart en wetten woeden en razen, terwyl zyne kruisgezanten, verachte visschers, het schandaal en de vloek van Joden e...

2024-04-25
Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Uitvaagsel

Uitvaagsel, vuilnis; (fig.) uitschot, tuig, minderwaardig slag mens, gespuis. In Klaagliederen 3:45 verwijt de schrijver God: ‘Gij hebt ons gemaakt tot verachtelijk uitvaagsel te midden van de volkeren’ (NBG-vertaling; de NBV heeft: ‘U maakt ons tot schuim en uitschot te midden van de volken’). In de grote hoeveelheid woorden voor minder gewaardeer...

2024-04-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

uitvaagsel

slecht, gemeen volk. De aangesprokene wordt vergeleken met datgene wat wordt weggeveegd: het vuile stof. Ben ik te beschuldigen dat ik een nagt logement gaf aan myne vriendin, in zulke occasie? Verdien ik voor het uitvaagsel der natuur uitgemaakt te worden, omdat ik met geld, raad, in persoon haar, mijne vriendin, die verongelykt wierd, hielp? (Bet...

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

uitvaagsel

lae persoon.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitvaagsel

s.n., útskaeisel (it), útskot (it), útfaechsel (it).

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitvaagsel

o., eig. wat uitgeveegd is, alleen fig., het volstrekt minderwaardige, het schuim, het uitschot, de heffe, de gemeenste troep : de W.A. en de landwacht werden gevormd door het uitvaagsel van het volk; het uitvaagsel der maatschappij.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitvaagsel

o. uitvaagsels (eig. het uitgeveegde vuil; fig. gemeen volk): het uitvaagsel der maatschappij, uitschot.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitvaagsel

(’uit) o. (-s) gemeen volk, heffe : het van de maatschappij. Syn. ➝ gepeupel.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Uitvaagsel

o., (alleen fig.) het volstrekt minderwaardige, het schuim, het uitschot.