Wat is de betekenis van UITSTALLEN?

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

uitstallen

uitstallen - regelmatig werkwoord uitspraak: uit-stal-len 1. zo neerleggen dat iedereen alles goed kan zien ♢ de koopman stalde zijn spullen uit op de kraam Regelmatig werkwoord: uit-stal-len ik stal uit (... ik u...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitstallen

v., útstalle, -stalje.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitstallen

(stalde uit, heeft uitgestald), ten toon leggen (in een winkelkast, voor de deur) voor de verkoop : uitgestalde koopwaren; — (oneig.) opstellen, rangschikken voor bezichteging: op de tafel stonden al haar cadeau’s uitgestald; — (fig.) ten toon spreiden (om er mee te pronken) : hij heeft weer eens zijn geleerdheid...

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitstallen

stalde uit, h. uitgestald (te kijk leggen of stellen): nieuwe stoffen uitstallen, in de winkelkast leggen; zijn gaven uitstallen, tentoonspreiden.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitstallen

(stalde uit,heeft uitgestald) 1. ten toon leggen b. v. in de uitstalkast : nieuwe modestoffen -. 2. ten toon spreiden : gaven -. 3. pronken met : zijn geleerdheid -.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Uitstallen

(stalde uit, heeft uitgestald), te kijk leggen (in een etalage, voor de deur) voor de verkoop; (ook) opstellen voor bezichtiging: op de tafel stonden al hun cadeaus uitgestald; (ook fig.).

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

UITSTALLEN

UITSTALLEN - (stalde uit, heeft uitgestald), ten toon, ten verkoop leggen (in eene winkelkast, voor de deur); open winkel houden; — (fig.) pronken : hij heeft weer eens zijne bekwaamheid uitgestald, ten toon gespreid. UITSTALLING, v. (-en),, het uitstallen.