Wat is de betekenis van UITSTALKAST?

2024-04-18
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

uitstalkast

(de, -en), etalage, vitrine. Ik nam Therèse’s fiets aan de hand en we liepen langs de uitstalkasten van Kersten [een warenhuis] (Dobru 1968b: 33). - Etym.: In AN veroud.

2024-04-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitstalkast

s., útstal-, winkelkas(t).

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitstalkast

v. (-en), glazen kast waarin men goederen, inz. voor de verkoop, uitstalt, etalage, vitrine.

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitstalkast

v. uitstalkasten (winkelkast, vitrine).

2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitstalkast

('uit) v. (-en) kast waarin men goederen uitstalt : -en in winkels, op tentoonstellingen.

2024-04-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Uitstalkast

v./m. (-en), etalage, vitrine.

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

UITSTALKAST

UITSTALKAST - v. (-en), kast waarin men goederen uitstalt (b. v. op tentoonstellingen, in winkelsenz.).