uitslepen
uitslepen - Werkwoord 1. iets naar buiten slepen. 2. iets weten te bemachtigen uitslepen - Werkwoord 1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van uitslijpen ♢... dat wij uitslepen ♢... dat jullie uitslepen ♢... dat zij uitslepen...
Wiktionary (2019)
uitslepen - Werkwoord 1. iets naar buiten slepen. 2. iets weten te bemachtigen uitslepen - Werkwoord 1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van uitslijpen ♢... dat wij uitslepen ♢... dat jullie uitslepen ♢... dat zij uitslepen...
Van Dale Uitgevers (1950)
(sleepte uit, heeft uitgesleept), naar buiten slepen : een schip uitslepen; — wegslepen, b.v. gevelde stammen uit een bos.
M. J. Koenen's (1937)
sleepte uit, h. uitgesleept (naar buiten slepen): iem. het bed uitslepen, een schip de haven uitslepen.
Jozef Verschueren (1930)
(sleepte uit, heeft uitgesleept) naar buiten slepen : iemand het huis, een schip de haven -.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: