Wat is de betekenis van UITPUTTEN?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitputten

uitputten - Werkwoord 1. (ov) volledig leeghalen Zij putten de mijn volledig uit. 2. (ov) alle energie opgebruiken De hele dag hardlopen putte hem behoorlijk uit. Woordherkomst samenstelling van uit(bijwoord) en putten(we...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

uitputten

uitputten - regelmatig werkwoord uitspraak: uit-put-ten 1. het helemaal opmaken ♢ mijn geduld is uitgeput 2. hem van al zijn krachten beroven ♢ zo'n lange wandeling put je wel uit hoor! ...

2024-04-25
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

uitputten

(ov ww; putte uit; h. uitgeput) - de bal vanaf de green in de hole slaan.

2024-04-25
Politiek woordenboek

Marco Bunge (1985)

Uitputten

In: het uitputten van begrotingsposten. Hiermee wordt bedoeld het (volledig) uitgeven van gelden die op de begroting voor een bepaalde bestemming zijn uitgetrokken. Indien een minister er niet in slaagt al de gereserveerde financiën te besteden, is er sprake van onderuitputting van de betrokken begrotingspost. Zie ook stuwmeer.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitputten

v., útputte; (van land), útbuorkje, útbouwe.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitputten

(putte uit, heeft uitgeput), eig. puttende ledigen ; thans alleen fig., ledigen, opmaken door telkens en bij voortduring er iets van af te nemen : de oorlog putte de staatskas uit; de overmatige inspanning putte zijn krachten uit; iemands geduld uitputten, maken dat iem. al zijn geduld verliest; — een onderwerp uitputt...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitputten

putte uit,, h. uitgeput (1 door putten, puttende ledigen; in het alg. ledigen door voortdurend iets er af te nemen; 2 krachteloos maken): 1. mijn kas is uitgeput, ik heb geldgebrek; iems. geduld uitputten, maken, dat iemand alle geduld verliest; mijn krachten zijn uitgeput, ten einde; 2. de oorlog put de volken uit, verzwakt.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitputten

('uit) (putte uit, heeft uitgeput) 1. puttend ledigen. 2. ledigen : de kas is uitgeput, er is geldgebrek. 3. krachteloos maken, verzwakken : door de arbeid uitgeput; de oorlog put de volken uit. Syn. → afmatten. 4. ten einde verbruiken : de voorraad is uitgeput; mijn krachten zijn uitgeput. 5. doen verliezen : iemands geduld -. 6. al...