Wat is de betekenis van UITPLUIZEN?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitpluizen

uitpluizen - Werkwoord 1. (ov) tot in detail uitzoeken Ik ploos uit hoe de som in elkaar zat. Woordherkomst samenstelling van uit(bijwoord) en pluizen(werkwoord)

2024-04-25
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

uitpluizen

(pluisde uit, heeft uitgepluisd), in dunne reepjes of vezels trekken (vlees). Het vlees, dat we fijn hebben uitgepluisd of fijngemalen, doen we erin (Cikal 2: 46, in een recept). - Etym.: In deze bet. in AN veroud.; nog wel ‘afpluizen’, d.i. zeer gaar vlees in kleine stukjes van het bot aftrekken.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitpluizen

v., útplústerje, -plúzje.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitpluizen

(ploos uit, heeft uitgeplozen), 1. uit elkander pluizen : oud touw uitpluizen; — tevens met gedachten aan reinigen : wol uitpluizen; 2. iets dat min of meer verward of duister is tot klaarheid brengen, haarfijn onderzoeken : een zaak uitpluizen.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitpluizen

ploos uit, h. uitgeplozen (uit elkander pluizen; fig. haarfijn naspeuren): touw uitpluizen.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitpluizen

(ploos uit, heeft uitgeplozen) 1. pluizend reinigen : wol -. 2. uit elkaar pluizen : oud touw -. 3. haarfijn naspeuren, onderzoeken : een zaak -.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Uitpluizen

(ploos uit, heeft uitgeplozen), 1. uit elkaar pluizen: oud touw uitpluizen; 2. haarfijn onderzoeken: een zaak uitpluizen.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)