Wat is de betekenis van uitleen?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitleen

uitleen - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlenen ♢... dat ik uitleen

2024-04-25
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

uitleen

zie: uitlening.

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

uitleen

uitgeleen, tydelik afstaan.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)