Wat is de betekenis van Uitkoop?

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

uitkoop

(1991) (prost.) het betalen van een prostituée om mee naar een hotel of naar het huis van de klant te gaan. • Vond je haar niet in het bordeel, dan was zij met een klant mee op ‘uitkoop’, jargon voor een door Yab Yum te bemiddelen escort. (Joost Zwagerman: Vals licht. 1991) • Sommige klanten willen de meisjes ook naar...

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitkoop

uitkoop - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkopen ♢... dat ik uitkoop

2024-03-29
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

uitkoop

uitkoop - De afkoopsom die men moet betalen om zich aan een verplichting, een verbintenis of een dienst te onttrekken.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Uitkoop

Uitkoop - het betalen van een in een seksclub werkzame prostituee om mee naar een hotel of naar het huis van de klant te gaan. ‘Sommige klanten willen de meisjes ook naar hun huis of hun hotel meenemen. Dat kan. Dat noemen wij een uitkoop,’ zegt Theo Heuft, ‘maar de klant moet zo’n meisje dan wel minimaal drie uur betalen.’ Nieuwe Revu, 21-4-93