Wat is de betekenis van uitkeek?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitkeek

uitkeek - Werkwoord 1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitkijken ♢... dat ik uitkeek ♢... dat jij uitkeek ♢... dat hij, zij, het uitkeek

Gerelateerde zoekopdrachten