Wat is de betekenis van uitgifte?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitgifte

uitgifte - Zelfstandignaamwoord 1. het uitgeven 2. officieel afschrift Woordherkomst Naamwoord van handeling van uitgeven met het achtervoegsel -te

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

uitgifte

uitgifte - zelfstandig naamwoord uitspraak: uit-gif-te 1. vertellen hoe het is ♢ we wachten op de uitgifte van de prijzen 2. verspreiden, om omloop brengen ♢ bij de uitgifte van deze aandelen he...

2024-04-20
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

uitgifte

uitgifte - Ander woord voor emissie: het uitgeven van effecten.

2024-04-20
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

uitgifte

(de, -n & -s) officieel afschrift van een akte of vonnis.

2024-04-20
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

uitgifte

In de rechtst.: officieel afschrift.

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

uitgifte

uitgawe; verspreiding.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitgifte

v., 1. het uitgeven, verspreiden, in omloop, aan de markt brengen: uitgifte van aandelen, van pandbrieven enz.; de koers van uitgifte. 2. (-n), (Zuidn.) (rechtst.) officieel afschrift.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitgifte

v. uitgiften (het uitgeven; inz. het aan de markt brengen; België: rechtst. officieel afschrift [v. e. arrest b.v.]): uitgifte van aandelen.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitgifte

('uit) v. (-n) het → uitgeven (4) : de van aandelen, pandbrieven.