Wat is de betekenis van uitgeleefd?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitgeleefd

uitgeleefd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van uitleven

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitgeleefd

adj., útlibbe.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitgeleefd

bn., (w. g.) afgeleefd.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitgeleefd

bn. (stokoud): een uitgeleefde grijsaard, door en door verzwakt.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitgeleefd

('uit) bn. en bw. zeer oud, versleten : een -e grijsaard.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

UITGELEEFD

UITGELEEFD - bn. zeer oud, stokoud: een uitgeleefd grijsaard; versleten.