uitgedroogde bonenstaak
(1920) (spot.) lang, mager persoon. Gesignaleerd door J. Schuitemaker in het weekblad ‘Buiten’ (oktober 1920). Syn.: uitgezogen* spinaziestengel. • Als staaltjes van Amsterdamse volkshumor vermeldde J. Schuite maker, o.a. de volgende scheldwoorden en spotnamen: voor een lange magere: uitgedroogde bonenstaak, uitgezogen spinaziesten...