Wat is de betekenis van uitentreuren?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

uitentreuren

steeds maar weer. iedere keer maar weer opnieuw; steeds maar weer; telkens weer; negatiever ook: tot vervelens toe; tot in het oneindige; eindeloos. Voorbeelden: Reve zal nooit een echte roman kunnen schrijven omdat hij eigenlijk niet geïnteresseerd is in wat zijn medemensen bezielt. Hij kan alleen ouwehoeren over zijn eigen gev...

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitentreuren

uitentreuren - Bijwoord 1. zonder ophouden Autisten herhalen vaak uitentreuren bepaalde gedragingen. Woordherkomst Samentrekking van uit den treuren. Synoniemen onophoudelijk, onafgebroken, onverpoosd

2024-04-24
Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Uitentreuren

zonder ophouden, onverpoosd (tot vervelens toe); eig. buiten, zonder treuren (eertijds ook sonder treuren), dat is: vrolijk, waaruit zich de betekenis van flink, onverpoosd, onvermoeid geleidelijk heeft ontwikkeld. Reeds door Sartorius vermeld (111,3,21).

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitentreuren

[het accent wisselt], bw., steeds maar door, zonder verflauwen, zonder ophouden: uitentreuren zingen; het regende uitentreuren; — (minder juist) het duurt uitentreuren, zeer lang, tot vervelens toe.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitentreuren

bw (uit-den-treuren, zonder treuren d. i. vrolijk, flink): zij zongen uitentreuren, zonder verflauwen, zonder ophouden; het duurt uitentreuren, zeer lang, tot vervelens toe.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitentreuren

(uitən'treuren) [uit den treuren, zonder treuren] bw. 1. onverpoosd, zonder ophouden : zij zongen -. 2. zeer lang, tot vervelens toe: het duurt -.

2024-04-24
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Uitentreuren

D.w.z. zonder ophouden, onverpoosd (tot vervelens toe); eig. buiten'zonder treuren (eertijds ook sonder treuren), dat is: vroolijk, waaruit zich de beteekenis opgewekt, flink, onverpoosd geleidelijk heeft ontwikkeld. Vgl. Sartorius III, 3, 21: Ghysinght uyt den treuren, dat hij gelijk stelt aan ‘gij zingt als een lijster&rs...

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Uitentreuren

bw., steeds maar door: ik heb het je gezegd; het duurt uitentreuren zeer lang, tot vervelens toe.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

F.A. Stoett

Uitentreuren

zonder ophouden, onverpoosd (tot vervelens toe); eig. buiten, zonder treuren (eertijds ook sonder treuren), dat is: vrolijk, waaruit zich de betekenis van flink, onverpoosd, onvermoeid geleidelijk heeft ontwikkeld. Reeds door Sartorius vermeld (111,3,21).