Wat is de betekenis van uitdrogen?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitdrogen

uitdrogen - Werkwoord 1. (intr) door en door droog worden Woordherkomst samenstelling van uit en drogen Verwante begrippen droogmaken

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

uitdrogen

uitdrogen - regelmatig werkwoord uitspraak: uit-dro-gen 1. droog worden ♢ de tuin is helemaal uitgedroogd 2. levenskracht en frisheid verliezen ♢ zij is een uitgedroogde oude vrouw geworden...

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitdrogen

v., útdroegje, -druije; (droog maken), omdroegje; (verdorren), fortoarje, forskrokje; open naden krijgen door(van kuipwerk), forrêdzje; open naden krijgen doorin de zon, opskine.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitdrogen

(droogde uit, heeft en is uitgedroogd), 1. (onoverg.) geheel droog worden, verdrogen: die plas is uitgedroogd; de tuin is geheel uitgedroogd; — zijn vocht of sappen verliezen: uitgedroogde bokking, groenten; — (van mensen) de levenssappen verliezen, uitteren: een uitgedroogd oud mannetje. 2. (overg.) (aan de binnenz...

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitdrogen

droogde uit, h. (1) en i. (2) uitgedroogd (1 geheel droog maken; 2 droog worden). 1. een uitdrogende wind; een pot, een pan goed uitdrogen; fig. een uitdrogende ziekte, uitterend; 2. die beek zal door de zomerhitte geheel uitdrogen; fig. die oude man is aan ’t uitdrogen, wegteren.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitdrogen

('uid) (droogde uit. uitgedroogd) I. (heeft) geheel droog maken : een emmer -. II. (is) 1. geheel droog worden : de beek is aan het -. → levenssap. 2. verdrogen : de appel droogt uit. 3. Zeew. open naden krijgen door de hitte : een schip kan -. 4. vermageren : de man is aan ’t -. 5. uitteren : een -de ziekte.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Uitdrogen

(droogde uit, heeft en is uitgedroogd), 1. geheel droog worden, verdrogen: de tuin is geheel uitgedroogd; 2. geheel droog maken: een kan uitdrogen; een uitdrogende wind.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

UITDROGEN

UITDROGEN - (droogde uit, heeft en is uitgedroogd), geheel doen opdrogen, droog worden: die plas is uitgedroogd; — door uitwissching droogmaken : eene kan uitdrogen; — verdrogen: uitgedroogde bokking, groenten; — (zeew.) open naden bekomen (van een schip) door de hitte; — (fig.) vermageren, afteren; verloopen (van de neri...