Wat is de betekenis van uitdraaien?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitdraaien

uitdraaien - Werkwoord 1. ~ op: uiteindelijk als resultaat hebben De werknemersorganisatie is bang dat de reorganisatie uitdraait op een massaontslag. Het zal wel op een teleurstelling uitdraaien. 2. (ov) door draaien iets ergens uit hal...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

uitdraaien

uitdraaien - regelmatig werkwoord uitspraak: uit-draai-en 1. resultaat hebben ♢ dat draait natuurlijk weer op ruzie uit 2. de knop omzetten zodat het niet meer werkt ♢ wil je het gas even uitdra...

2024-04-19
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

uitdraaien

- slecht/goed uitdraaien, slecht/goed aflopen. Zo'n stadsguerrilla kan slecht uitdraaien voor de Amerikanen en zou het tijdsbestek van de Amerikaanse plannenmakers ruim overschrijden. - HN, 24-09-2002.

2024-04-19
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

uitdraaien

Uitdraaien is de techniek om het been vanuit de heup buitenwaarts te draaien; karakteristiek voor het academisch ballet.

2024-04-19
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

uitdraaien

In de verb. slecht, lelijk uitdraaien e.d., een slechte, nadelige afloop hebben, slecht uitvallen, slecht aflopen; ook: tegen ient., iets uitdraaien, zich keren tegen -. ’t Is te hevig met die twee! Dat draait slecht uit! Dat zulde zien! TIMMERMANS, Anna-Marie 85 (1921). Ze meenden allemaal dat die pater een bisschop was...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitdraaien

v., útdraéije; zich ergens (jin) earne útwine, it gat earne útwine.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitdraaien

(draaide uit, heeft en is uitgedraaid), I. onoverg., ten einde draaien: de tol is uitgedraaid, — (fig.) uitlopen: waarop moet dit alles uitdraaien? wat zal het einde van dit alles wezen? II. overg., 1. draaiende uithalen: een schroef uitdraaien; — (scherts.) iem. een poot uitdraaien, hem lelijk beetnemen of...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitdraaien

draaide uit, h. uitgedraaid (1 door draaien de toevoer [van petroleum, gas enz.] afsluiten; 2 iem. zijn betrekking listig ontnemen, iem. lozen; er uit werken): 1. draai het licht uit; 2. ze hebben hem er uitgedraaid; nog: waar zal dit op uitdraaien, mee eindigen, op uitlopen (met zijn); hij heeft er zich netjes uitgedraaid, zich weten te redden.