uitbundig
uitbundig - Bijvoeglijk naamwoord 1. het gewone of de maat overschrijdend, buitensporig, bovenmatig 2. op drukke, opgewonden wijze zijn gevoelens uitend Woordherkomst afgeleid van het Duitse ausbündig met het achtervoegsel -ig Synoniemen [1] abundant, overvloedig, rijk, rijkelijk, weelderig, welig [2] enthousiast, gee...